Kies uw taal EoF

Extase van St. Gemma: 96-100

De extase van St. Gemma, een krachtig getuigenis van geloof

Extase 96

Ze is nederig als ze bedenkt dat Jezus bijna de grenzen heeft overschreden door van haar te houden. Jezus verbergt zich voor haar en zij zoekt hem liefdevol (vgl. P. GERM. n. XXIV).

[Ongeveer 26] juni 1902.

Uw liefde, o God, heeft de grenzen overschreden. Ja, hij overschrijdt de grenzen tegenover mij. Of wat wil jij, Jezus? Aan een schepsel, o mijn God, dat om plezier te verafgoden je vaak de rug heeft toegekeerd, doe je dit?... je zorgt er altijd voor dat ik onder het gewicht van je goddelijke blijf genade, in plaats van mij onder het gewicht van uw goddelijke genade te laten blijven. .. [gerechtigheid].
Ik zoek U altijd, O Jezus; Ik probeer altijd uw glorie te bevorderen, niets anders lief te hebben dan uw liefde. Maar antwoord mij, O Jezus; waarom deze stilte?... Mijn God, waarom geef je mij geen antwoord?... Vertel me iets. Als u correspondentie van mij wilde hebben, had u mij deze geschenken langzaam moeten geven, en niet zo snel als u deed.
O Jezus, o licht, waar bent u?... Verlicht mijn ogen; laat me niet meer in duisternis leven, oh mijn God…. Dus wanneer zal ik u weer zien, O Jezus? Maar... misschien heb je me verteld dat ik je niet meer zal zien?... Ik weet niet meer of je het me hebt verteld.
Geef mij vleugels, O Jezus, zodat ik naar Uw troon kan vliegen... Maar er zijn te veel dingen, O Jezus, die deze ziel ervan weerhouden naar U toe te vliegen... Geef hem een ​​bevel, O Jezus; je zult zien dat iedereen zal kalmeren. Blijf daar alleen, O Jezus, in mijn ziel, en je zult zien dat niemand het nog zal durven lastig te vallen.
Maar ik zie je niet... Ik zie je helemaal niet... Toen ik klein was, vertelden ze me dat je er altijd was, maar ik zie je niet... Maar waar ben je?... Waar ben je heen? … zonder zelfs maar afscheid te nemen!… .

Extase 97

Nodig alle rechtvaardigen en gezegenden uit om de Heer te prijzen en te danken; vraag om vuur dat zijn hart verbrandt. Jezus is zijn God, wie is zoals Hij? (Zie P. GERM. nr. XXXIII).

Vrijdag 27 juni 1902.

Voor u, de heiligen, o Jezus, en de nederigen van hart; niet ik, o Heer. Aan jou alle geesten en zielen van alle rechtvaardigen; niet ik, Heer. Voor jullie, alle inwoners van de hemel; Ik wil niet... Moge iedereen u oneindig veel lof en dank geven. Maar ik ook, o Jezus… ja, ik, een verachtelijke en onwaardige zondaar, heb het verlangen om van U te houden, en van een bijzondere liefde. Help mij, mijn fort. Vuur, vuur in mijn hart: vanmorgen brandt het!... Woorden in mijn mond... Mag ik dag en nacht op uw glorie mediteren en voortdurend van u houden. Mijn lippen zijn onrein, mijn hele lichaam is onrein. Ik heb je nodig: dat je mij van elke vlek reinigt. Heilig mij, O Jezus. Moge jouw herinnering... jouw zoetheid mijn ziel altijd met jou verenigd houden. Laat het overgaan van zichtbare naar onzichtbare dingen; van aardse naar hemelse dingen.
O mijn God, mijn Jezus!... Wat zeg je, o Jezus?... O ware naastenliefde, jij bent mijn God; omdat ik mezelf altijd in beweging voel tegenover jou; Ik voel me altijd naar je toe gedragen, en ik hoop je te bereiken. Als ik met jou te maken heb, voel ik me hersteld; maar als je me verlaat, voel ik me zwak, val...
Geloof vertelt mij; degene die je in mijn hart hebt gelegd om mijn voetstappen te verlichten... Geef, o mijn God, dat wie je ook kent, de waarheid kent, de eeuwigheid. Jij, die zolang ik in dit kwetsbare lichaam leef...
Dit zijn de woorden die mijn vader mij leerde: Wie is zoals jij, mijn God?… Wie is zoals jij, mijn God?… Wie?… Jij bent een almachtige God. Mijn Jezus, ware naastenliefde, U bent mijn God...

Extase 98

Ze belijdt haar ellende en onmacht, en verheerlijkt de barmhartigheid en vrijgevigheid van Jezus, waarnaar ze angstig zoekt, verlangend om zichzelf te bevrijden van de banden van haar lichaam en naar Hem toe te vliegen (vgl. P. GERM. Nn. XXIII en XXVII).

Zaterdag 28 juni 1902.

Heer, als u wilt, kunt u mij redden; maar het aantal ellende dat ik met mij meedraag is groot en oneindig. Denk eraan, o Jezus, barmhartigheid...
Ik hoopte, o Jezus, zoals ik al vele malen voor u heb beleden, dat ik ergens voor voldoende zou zijn; Ik hoopte op mijn eigen kracht... Maar toen ik het alleen begon te doen, viel ik en verloor ik alles wat jij mij had laten winnen. Maar al snel verlichtte U mij, O Jezus, en toen begreep ik dat waar ik geloofde dat ik voldoende voor was, precies was wat ik nooit alleen zou kunnen doen. Ik had de wil en miste de macht; Ik had de macht en ik miste de wil...
Maar ik heb echt niets om over op te scheppen tegenover jou!... Je hield van me, o Jezus... Je wilde me boven zoveel wezens plaatsen. Ik ben trots op je gunsten, maar ik ken mijn ellende steeds beter... Verwacht niets van mij... En wat kun je verwachten van een beetje modder, dat je alleen maar kan beledigen?...
En ik zal je liefde geven; maar ik heb er geen meer, omdat ik het hart niet meer heb!…. En dan, O Jezus, vraag mij niet om liefde, want ik ben het U verschuldigd uit dankbaarheid... Oh, als ik U een beetje kon plezieren op dezelfde manier waarop u mij behaagt!...
Mijn God, mijn hulp... mijn vesting... mijn steun... mijn licht!... Verlicht mijn stappen...
Waar ben je gebleven, mijn liefste?... Waar heb je je verstopt?... Waarom laat je me je niet meer zien?... Als ik je niet kan zien, omdat ik leef, laat me dan sterven, omdat ik het wil. Ik wil sterven, maar ik wil alleen met jou komen.
Waar ben je gebleven, mijn Jezus?... Oneindige schoonheid, waar heb je jezelf verborgen?... Waar moet ik je zoeken, o Jezus?... Laat me je maar één keer zien... Maar misschien, o Jezus, vertelde je me dat ik won' Zie ik je niet meer op aarde?… Ik weet het niet meer. Ik zou je heel graag willen zien, o Jezus... Maar ik voel je en dat zou genoeg voor mij moeten zijn... Toen ik klein was, vertelden ze me dat je altijd aanwezig was... Of hoe komt het dat ik je niet zie?... Maak dit lichaam los, o Jezus… breek deze ketens… Ik zal niet gelukkig zijn totdat mijn vrije en eenzame ziel naar jou toe vliegt. Wanneer kan ik mij volledig uitleven in jou? .
O liefde voor zoetheid!…O zoetheid van liefde!….

Extase 99

Brand van goddelijke liefde. Hij verlangt ernaar dat adelaarsvleugels naar Jezus vliegen, in wie alleen zijn ziel rust vindt. Vraag Jezus om zijn hart uit te breiden, omdat het niet langer voldoende is om het te bevatten (vgl. P. GERM. N. XXV).

Zondag 29 juni 1902. Om 9 uur.

Ik brand, Jezus... Ik open vanmorgen mijn hart voor U... U bent goddelijk: verdrijf deze duisternis... verwijder alle duisternis van ons, zodat u met een vlam alles van uzelf geeft. Ik houd van je; maar ook al is het klein, zorg ervoor dat ik nog meer van je houd... Je bent immens, mijn God!...

Om 10½ uur in de ochtend.

Of wie zal mij adelaarsveren geven; wie zal mij de veren van een duif geven om naar U toe te vliegen?... Geef mij, O Jezus, de vleugels van contemplatie. Hoe ga ik naar jou vliegen? Veel dingen gaan door elkaar heen!... Alle geschapen dingen gaan er doorheen; breek deze ketens die mij ervan weerhouden naar U toe te vliegen... Er zijn ook zoveel andere dingen, O Jezus, dat mijn ziel door erover na te denken gevoed blijft... maar in geen van deze blijft ze ondersteund, in geen enkele weet ze hoe ze moet rusten . Alleen in jou, o Jezus; alleen in jou rust deze ziel van mij.
Om 4 uur 's middags.
O Jezus, hoe gaat het met U in de nauwe cel van mijn hart? Vind je het goed? Breid mijn borst uit, want het is niet langer genoeg om u in bedwang te houden... Jezus, laat mij mijn genegenheid bij u uitstorten...

Extase 100

Met sublieme accenten vraagt ​​ze Jezus om haar te laten delen in alle kwellingen van zijn Passie. Ze prikkelt haar ziel om Jezus te zegenen, te danken en lief te hebben, die haar zoveel voordeel heeft gebracht (vgl. P. GERM. N. XXIX).

Maandag 30 juni 1902.

Mijn Heer Jezus, laat mij uw gal voelen als mijn lippen de uwe naderen om u te kussen. Als mijn schouders op de jouwe rusten, laat me dan je plagen voelen. Wanneer jouw vlees met het mijne communiceert, laat mij dan jouw Passie voelen. Als mijn hoofd dicht bij het jouwe komt, laat me dan je doornen voelen. Als mijn zijde de jouwe nadert, laat me dan de speer voelen.
Oh! Wat kan ik je ooit geven voor de vele geschenken die je mij hebt gegeven, omdat je van me hebt gehouden en me hebt opgevoed?… En jij, wat kun je niet van mij verwachten, verachtelijk wezen?… Ik geef je alles wat je mij hebt gegeven.. .
. . . . . . . . . . .
Mijn ziel, zegen Jezus!… Vergeet nooit de vele geschenken die Hij je heeft gegeven. Zie je, mijn ziel: op elk moment, op elk moment, denk ik aan je, en ik vind je en zie je in zoveel goederen, in zoveel zoetheden, en toch vind ik je altijd...
. . . . . . . . . . .
Heb die God lief die zoveel van je houdt; verhef jezelf naar Hem die zich zo diep voor jou verlaagde. Zie je niet hoe waakzaam hij is?… En jij. O mijn ziel, laat jezelf zien zoals hij zichzelf aan jou laat zien; wees rein... wees rein... Heb je Jezus lief, die je uit zoveel ellende heeft verlost... Heb je God lief... Zegen je Heer...

Luister naar de Ecstasies of St. Gemma Podcast

Andere klanten bestelden ook: