Extase van St. Gemma: 126-130

De extase van St. Gemma, een krachtig getuigenis van geloof

Extase 126

Het cenakel is een school, de Meester is Jezus, zijn leer is zijn vlees en zijn bloed. Ware rijkdom voor haar is het eucharistische voedsel (vgl. P. GERM. n. XIX).

[Augustus 1902].

Als we een Academie van het Paradijs bedenken, moeten we leren alleen maar lief te hebben. De school is in het cenakel, de leraar is Jezus, de leerstellingen die geleerd moeten worden zijn zijn vlees en zijn bloed.
Ik besef dat je mij geen tijdelijke of passieve rijkdom hebt gegeven; maar u hebt mij echte rijkdom gegeven, dat wil zeggen de voeding van het Eucharistische Woord. Wat zou ik worden als ik niet al mijn tederheid aan de Heilige Hostie zou wijden? De Geest van het Woord, regerend in de vruchtbare schoot van de ongeschapen Ouder, zal vertrekken en komen om mij zijn tederheid te laten proeven.
O ja! Ik besef, Heer, dat U hier op aarde met mij communiceert om mij een paradijs in de hemel te laten verdienen.

Extase 127

Jezus van hem, liefde voor hem, zijn vreugde, troost voor hem. Hij vraagt ​​om een ​​plaats in zijn tabernakel; hij biedt zichzelf aan bij de SS. Drie-eenheid, bid tot Jezus om een ​​einde te maken aan zoveel gaven en deze te verbranden met zijn goddelijk vuur (vgl. P. GERM. nn. XXVII en V).

[Tegen eind augustus 1902].

Liefde van mijn liefde, Jezus, mijn geliefde, mijn troost! Soms maakt uw strengheid mij bang, Jezus, maar troost uw vriendelijkheid mij. Jij zult altijd mijn vader zijn, en ik zal altijd je trouwe dochter zijn en, als je wilt, zal ik je minnaar zijn...
Maak een plaats voor mij in uw tabernakel, mijn vrede, mijn rust. Allerheiligste Drie-eenheid, om niet zo ondankbaar te zijn jegens mijn Jezus, bied ik u mijn intellect aan; aan de Heilige Geest die mij verrijkt met deugd en genade. Het was verkeerd dat ik niet verliefd op je werd, oh Jezus... Wat een prachtige liefde is die van jou, Jezus! Er zal nooit gezegd worden dat hij beledigd is... Sta niet toe, Jezus, dat mijn ondankbaarheid uw oneindige wijsheid in diskrediet brengt. Oh, stop, stop met zoveel cadeaus. Jezus, ik ook...
Hoe kan ik, Jezus, mijn borst verbergen voor uw vuur? Kom, Jezus, ik open mijn borst voor U, introduceer het goddelijke vuur. U bent vlam, Jezus, en u zou graag willen dat mijn hart in vlam verandert.
Maar waarom doet mijn geest niet alles om je dankbaar te zijn? Waarom wil mijn trots niet buigen voor de grootsheid van zoveel voordelen?… Lieve Jezus, mijn rust, mijn slaap, mijn rust! Geef mij een plekje, Jezus, in het kleine kamertje van uw tabernakel.

Extase 128

Ze bidt tot Jezus om haar haar stem weer te laten horen. Jezus alleen is genoeg voor haar en maakt haar gelukkig (vgl. P. GERM. n. XXXIII).

[September-oktober 1902].

En wat zijn de vertroostingen van de aarde, o Heer, als uw vertroostingen er niet waren? Kom, Jezus, laat mij Uw stem horen, slechts één van die woorden die U mij liet horen op de wegen van beproeving.
Gezegend zij jij, Jezus, omdat jij de wezens bijna beval mij in de steek te laten, zodat ik steeds dichter bij jou zou zijn. Ah! jij troost, jij alleen troost. Wat maakt het mij uit, Jezus, dat ik geen troost in de wereld heb? Jij alleen bent genoeg voor mij. Wat zou het mij schelen als ze mij verachtten? Jij bent degene die troost. Als je het me eerder had laten begrijpen, zou ik mezelf in je armen hebben gelaten. En als je een zondaar op deze manier behandelt, hoe zul je dan je zuivere zielen, de heilige zielen, behandelen?
O Jezus, laat mij U volkomen omhelzen. Ik wist dat jij mijn enige goed was, en toch verachtte ik de hemel omdat hij boog voor onwaardige wezens. Of waar hoopte ik op? Misschien hoopte ik buiten jou meer rijkdom en meer attracties te vinden? Vergeef zoveel van mijn ellende, zoveel van mijn ongerechtigheid; laat mij niet moe worden van de omhelzingen van jouw liefde. Daarom, jullie liefste, sta mij zo'n ondankbaarheid niet toe. Wat zouden die paar vertroostingen die ik op aarde heb voor mij betekenen als ik verstoken zou blijven van de vertroostingen van mijn Jezus?
Jij alleen, Jezus, omdat jij alleen de stormen kunt kalmeren die van tijd tot tijd in mijn hart opkomen; jij alleen kan mijn ziel nieuw leven inblazen. Jij alleen, want ook al ben je alleen, je kunt alles.

Extase 129

Zijn liefde voor hem is volledig en altijd die van Jezus: zelfs tijdens zijn slaap heeft hij lief; roept de voortdurende hulp in van de hemelse Moeder (vgl. P. GERM. nn. XXII, XII, XXXI, IV).

[September-oktober 1902].

Ik heb helemaal niets, oh mijn God: alles is van jou, ik heb je alles gegeven. Toch zou mijn ziel graag willen liefhebben, altijd liefhebben; maar ik houd het... Als hij van je heeft gehouden, en hij heeft heel veel van je gehouden, dan kun je van wie je maar wilt houden.
Mijn ziel, wat zoek je in deze wereld? Ik weet het, ik weet het, je wilt liefhebben... Heb Jezus lief... heb Jezus lief... Je zult zien... je zult het mij kunnen vertellen.
O mijn God, als ik alleen ben, zal ik van niets anders weten dan van U. Mijn ziel, Jezus alleen, Jezus alleen, Jezus alleen!… En als je dan Jezus bezit, doe dan wat je wilt. En als je van de rust wilt genieten, doe dat dan. Als je vrede wilt, zoek dan alleen Jezus…
In de hemel? (lacht). Mijn engel, als je wilt dat ik 's nachts over je droom, doe dat dan; maar laat mij de hemel en Jezus zien, geliefde Jezus. Lieve Jezus, en... Wat ben ik blij, O Jezus, met de gedachte dat U mij 's avonds inspireert! Als je het me morgenochtend zou willen laten weten!
Zie, O Jezus: zelfs de nacht, die uren, die uren! Ja, ik slaap; maar O Jezus, het hart slaapt niet, het waakt altijd met U mee, op alle uren.
Maria, Jezus, ik hou van jullie allebei. En verlangen anderen naar liefde? Hier is het allemaal: ik heb er niet meer; wat hij had... Het hart, dat al van jou is, kom ik terug om het aan jou te geven...
O mijn God, ik hou van je... op elk uur, op elk moment, omdat het lijkt alsof jij op jouw beurt van mij houdt.
Mama Mia, waarom kom je niet? Mam, zal ik je nooit meer op deze aarde zien? Ik kan niet zonder jou zijn, mijn moeder. Denk je dat kinderen zonder hun moeder kunnen leven?… Een liberale moeder hebben zoals Jezus, een oneindige moeder zoals Jezus! Hoe kunnen jullie allebei, vertel me, zoveel laten zien genade naar mij toe?…
Wat ben je aan het doen, mijn God? Ik heb je al alles gegeven... Maar waar verlang je naar, waar verlang je naar, O Jezus? Verlang jij naar liefde? Ik bied het je allemaal aan. Maar wie is het waard om genoeg van je te houden?… Niemand, niemand

Extase 130

Ze zou altijd willen branden voor Jezus, leven en sterven uit pure naastenliefde. Ze vernedert zichzelf als ze de goedheid van Jezus vergelijkt met zijn laagheid en onwaardigheid. Alles verveelt en baart haar zorgen, ze zucht en heeft alleen hemelse Liefde lief. Ze wil sterven als slachtoffer van liefde (vgl. P. GERM. N. XXII).

Zondag 12 oktober 1902.

Mijn God, mijn Jezus, mijn Verlosser!… Mijn God, ik zou altijd voor U willen branden, ik zou altijd voor U willen hartkloppingen, ik zou graag willen leven, ik zou graag willen sterven uit pure naastenliefde. Jezus, Jezus, oneindige goedheid! Voor jou, Jezus, alle bewegingen van mijn hart; Moge uw nederigheid, O Jezus, mij steeds meer bewust maken van de laagheid van [mijn] geest. Ik ben van jou, ik ben voor jou geboren. Vertel mij, o Heer, wat u van mij wilt. Wat wil je, Jezus, wat wil je van mij? Wat wil je van me? Ik bied u al mijn pijnen aan, zodat u ze kunt heiligen. Of hoe kan dit arme hart van mij niet branden?… Het heeft gezien met hoeveel kracht Jezus ermee communiceerde, en toch… het is altijd koud!
En wie zal dan mijn begin verklaren... en mijn einde?... De as, en dan blijven we achter met de ziel en God... de ziel vrij en alleen met Jezus, mijn ziel... Ik verlang naar het moment waarop ik mezelf losmaak van mijn Jezus. O God, mijn God!…
Jezus is een oneindige oceaan van liefde; en toen hij met zoveel kracht in mijn hart kwam, was de heftigheid van de liefde zodanig dat ik zei: “Jezus, genoeg, genoeg!”. En toen hij kwam: «Jezus, doe wat je doet, want de grote zoetheid die je mij hebt bijgebracht heeft al mijn woorden weggenomen, en dan...». Hoe komt het, o Jezus, om zo’n verachtelijk schepsel, nog verdorvener dan de aarde zelf, zo rijk te maken? Ben je misschien de vele zonden vergeten die deze arme ziel van mij heeft begaan?
O mijn Jezus, je zegt dat je het graag vergat, om mijn ziel de liefde te tonen die je mij brengt. Lang leve Jezus! O zoete ketenen van Jezus! Wie met deze ketens vastgebonden is, kan niet langer ontsnappen. O heilige, liefde, steek mij aan! O heilige liefde, verlicht mij! Alles verveelt mij, o Jezus, alles is pijnlijk voor mij; er is geen object dat ik hierin verlang; wereld: Ik zucht alleen en ik heb alleen maar lief... en ik heb alleen maar lief... de hemelse Liefde!...

O heilige liefde, verlicht mij:
Ik wil niets anders van je.

En dan zou ik graag willen dat als ik sterf, iedereen zal zeggen: "Gemma was een slachtoffer van liefde, en ze stierf slechts een slachtoffer van liefde"; zodat iedereen van Jezus zou houden...

Naar de wil van God
De mijne voldoet ook.

Luister naar de Ecstasies of St. Gemma Podcast

Andere klanten bestelden ook: