Kies uw taal EoF

Extase van St. Gemma: 111-115

De extase van St. Gemma, een krachtig getuigenis van geloof

Extase 111

Als ze zich de grote veldslagen herinnert die ze met de hulp van Jezus over de duivel hebben gewonnen, voelt ze zich geroerd tot de diepste dankbaarheid van Hem. Ze durft niet om nieuwe genaden te vragen, omdat de genereuze Jezus haar meer geeft dan waar ze om vraagt ​​(vgl. P. GERM. N. XXVII).

Woensdag 6 augustus 1902, 11 uur. over.

Hebt u deze morgen gezien, o Jezus? nadat ik je had ontvangen, begon ik na te denken over de grote veldslagen die ik met jouw hulp van de duivel heb gewonnen. Ik heb er veel geteld!…. Is het mogelijk, o Heer, dat ik zonder uw goddelijke hulp zulke sterke veldslagen zou kunnen winnen? Wie weet hoe vaak, als je mij niet zou helpen, mijn geloof zou wankelen! Als U mij niet had geholpen, mijn hoop en mijn liefdadigheid... Mijn intellect zou verduisterd zijn, als U, eeuwige zon... Mijn liefde, O Jezus, hoe vaak zou ze verzwakt zijn als U niet met uw liefkozingen was gekomen om haar te versterken ! En in de wil, die het meest noodzakelijk is, in de wil is er hoe vaak luiheid geweest! maar jij hebt het met je vuur aangestoken. Ik herken het: het was allemaal het werk van jouw liefde, allemaal overwinningen van jouw oneindige liefde. En nu, o Heer, zou ik U niet dankbaar moeten zijn?
Zie je niet dat ik niets kan doen? Wees tenminste blij als ik mij met al mijn zintuigen, zowel intern als extern, aan jou wijd...
* * *
Dan beloof ik u iets heel dankbaars, O Jezus: in de ochtend toen ik gevoed werd door de Heilige Communie...
Eh, de effectiviteit van je liefde kan zoveel doen, het kan alles!…
O, dat heb ik je al zo vaak verteld! Ik begrijp dat ik u zou beledigen als ik mijn wil verkoos boven die van u.
Of wat wil je dat ik van je vraag, als ik zie dat je me meer geeft dan ik van je vraag; als je me meer geeft dan waar ik om vraag?… Ik zie altijd dat je in mij geïnteresseerd bent.
Niets, niets, o Heer, van wat u niet wilt. Ik ben vanmorgen begonnen... Ik zal proberen u met meer trouw te dienen, genereuze Jezus!

Extase 112

Hij zou graag de harten van alle engelen en heiligen willen hebben om ze aan de Eeuwige Vader aan te bieden. Met heilig vertrouwen vertelt ze Jezus wat ze zou doen als ze Jezus was. Haar onbeperkte vertrouwen in het goddelijke genade; gevoelens van nederigheid en dankbaarheid (vgl. P. GERM. n. XXVII).

Donderdag 7 augustus 1902, 9 uur. over.

Ik zou graag op dit moment, o eeuwige Vader, het hart van alle engelen willen hebben, het hart van alle heiligen, van alle uitverkorenen en zelfs van mijn hemelse Moeder; Ik zou inderdaad graag die van uw Zoon willen hebben, om ze u allemaal in uw glorie en eer aan te bieden.
Lieve Jezus!… Laten we zeggen, O Heer, dat U mijn persoon was en ik Jezus…
Wat zou ik doen? Ik zou ophouden mezelf te zijn, zodat u dat kunt zijn, o God.
Waarom, o Heer, laat U mij allemaal branden met uw goddelijk vuur, met uw vuur van liefde? Ik zou alle wezens van de wereld in vuur en vlam willen zetten...
Oh ja, dat zou ik kunnen!... Zie je, mijn Jezus, ik heb zoveel vertrouwen in jou dat zelfs als ik de deuren van de hel open zou zien en mezelf aan de rand van de afgrond zou bevinden, ik niet zou wanhopen. En zelfs als ik de hel en de hemel tegen mij zou zien, zou ik de genade niet wantrouwen, omdat ik op jou zou vertrouwen. Je bent zo barmhartig, zo barmhartig!…
Ik heb je beledigd, ik heb je veel beledigd... Je zegt dat het wreedheid is als enig schepsel beledigd wordt; oh, wat een wreedheid moet de mijne zijn, dat ik een God heb beledigd... een schepper... een hemels goed!... Je hebt me zoveel genaden gegeven, zoveel voordelen, je hebt me op een wonderbaarlijke manier gered, en toch doet hij dat in mijn hart niet beven!… En hoe kun jij, mijn hart, de Eniggeborene van de eeuwige Vader op een schavot zien en niet sterven?…

Extase 113

Ze erkent zichzelf als een zondaar en verdient geen goddelijke gunsten, en zegt dat ze naar het altaar moet terugkeren, vele door haar gestolen gastheren. Sterf liever dan een gebrek aan trouw en liefde (vgl. P. GERM. n. XX).

Donderdag 7 augustus 1902, 11 uur. over.

O Jezus, Jezus! Waar lachte je om?…
Ja!... Ja, ik wil je altijd en op elk moment. Ja!… Mijn ziel, wees stabiel in je voornemens. Zie je, mijn ziel, Jezus?…
Ik ben van jou, ik ben van jou, Jezus...
Maar met zoveel subtiliteiten, met zoveel liefde, welke kracht moeten we niet overwinnen, wat wil we niet ontvoeren?
O Jezus, u heeft gelijk als u over mij klaagt; ja, omdat ik je heb beledigd... En hoe onverdiend ik ook ben, ik zou ook zoveel deeltjes, gestolen [door mij], zoveel bloed naar het altaar moeten terugbrengen... Maar ik beloof je dat je het goedmaakt; het is voldoende dat u de stroom van uw gunsten voortzet... Waarom verheft u mij vanuit de modder waar ik ben naar het paradijs?...
Laat mij sterven in plaats van een gebrek aan trouw en liefde. Het is beter om in pijn te leven dan als een zondaar te leven.
Wat wil je? Wat wil je, O Jezus?... Mag mijn liefde onveranderlijk zijn? Ik zal hem elke dag voeden met jouw vlees en bloed; en gevoed door jouw bloed...

Extase 114

Ze haat opnieuw zijn ondankbaarheid en eist liefde. Ze zou graag onmiddellijk naar Jezus in het paradijs willen vliegen, maar haar onwaardigheid houdt haar tegen (vgl. P. GERM. nrs. XXV en XXVI).

Vrijdag 8 augustus 1902, 9 uur. over.

Wanneer, o Heer, zal ik mezelf helemaal overgeven aan uw lieve stemmen?… Wanneer ik allemaal…?
En wat haal je uit mijn ondankbaarheid?… Misschien ben ik lichamelijk met jou verenigd; maar met het hart?... Nee, nee, het hart is van jou. Zie je, O Jezus: jij bent een sterke, genereuze koning, die strijd voert, maar dan altijd de overwinning wil. Schenk mij de genade dat hij zich mag overgeven aan al uw stemmen, dat hij van u mag houden met tederheid en genegenheid.
Mijn lieve Jezus... wat ben je arm geworden!... Waarom ben je zo. heeft u mij nodig?... En zelfs als u echt arm zou zijn, hoe zou ik u dan kunnen helpen?... Hier is het, o Heer, dat mijn lichaam een ​​handvol stof is, en in plaats daarvan mijn ziel, mijn Heer. Het geeft mij een geweldig gevoel... O mijn ziel!…
Mijn Jezus!... Met welke liefde, o Jezus, kan ik je terugbetalen?... Kom op, Jezus, laten we gaan!... Laten we gaan, laten we gaan... naar jouw paradijs!
Ah!... maar nee, laten we nog niet weggaan, Jezus, nee; omdat ik bang ben, ik vrees... Zei U niet, O Heer, dat het Paradijs toebehoort aan degenen die in de wereld leven, maar die zich niets aantrekken van de wereld?... Vertel me niet dat het Paradijs toebehoort aan de onschuldigen ?. .. En ik…?
En wat gaat u met mij doen?... Wat gaat u met mij doen, o Heer?... misschien, o Heer, bent u altijd de enige die weet voor welk doel u mij in de wereld houdt... Waarom verwaardigt u zich niet om het aan iemand te onthullen?…

Extase 115

Overtuigd van het licht en de kracht die uit de Eucharistie voortkomen, hoewel onwaardig, nodigt ze Jezus uit in het Heilig Sacrament om in haar hart te komen (vgl. P. GERM. N. XX).

Zaterdag 9 augustus 1902, 9 uur.

U draagt ​​bij aan wat ik vanochtend heb gezegd en gedaan tijdens de Heilige Communie, zodat zij met uw kostbare bloed kunnen worden gezuiverd… [die tekortkomingen van mij].
Ja... u zult het doen... ja!... Ik besefte dat u dat gebed wilde, en ik verwelkomde uw doordachte zorgen in uw voordeel... En omdat, o Heer, mijn behoefte extreem is, op dit moment nuttig, smeek ik u om onmiddellijk te komen, lieve Jezus. Help mij dit verlangen te bespoedigen... Help mij een handje bij dit werk. En als je mij puur en rein hebt gemaakt, dan zal ik, ja, alles doen; Ik zal zelf bidden, en op elk uur, op elk moment...
Ik zou niet willen dat mijn pupillen nog donkerder worden onder de zon van het meest verheven Sacrament... Je geeft jezelf altijd aan mij, en ik ben altijd erger. Deze gedachte maakt mij zo verdrietig!
Maar dan wil je toch niet naar het Sacrament komen?... Er is een kracht die zuivert, een deugd die alle zonden vernietigt... O ja, kom, kom, Jezus in het Heilig Sacrament!...

Luister naar de Ecstasies of St. Gemma Podcast

Andere klanten bestelden ook: