Extase van St. Gemma: 136-141
De extase van St. Gemma, een krachtig getuigenis van geloof
Extase 136
Ze vraagt Jezus, die zich altijd voor haar verbergt, om genade en vergeving (vgl. P. GERM. n. XXIV).
Zondag 9 november 1902, in de ochtend.
Oh mijn God, oh mijn God, oh mijn God!... Mijn Jezus!...
Of wat wil ik, o Heer? Ik ben op zoek naar jou om je om genade en genade te vragen. Wat verliest u, o Heer, als u mij al mijn zonden heeft vergeven?…
Oh mijn God... oh mijn God... ik zoek je, ik bel je... maar hoe zit het met jou?...
Extase 137
Ondanks de ernstige pijn die hij lijdt, zegt hij dat hij nog erger verdient; hij aanvaardt ze gewillig als stemrecht voor de zielen in het vagevuur. Ze vraagt dank aan Jezus en de hemelse Moeder, vooral om heilig en binnenkort heilig te worden. Ze wil er zeker van zijn dat ze in een staat van genade verkeert; ze verlangt naar het moment waarop ze volledig van God is (vgl. P. GERM. nn. XVI en XIV).
Dinsdag 18 november 1902, 8½ uur.
Ze staat op het punt een van de gebruikelijke beledigingen te krijgen; ze zegt: laat haar bidden en raakt dan in extase, en ze begint:
Ik kom altijd naar u zoeken, o mijn God.
Ik verdien erger, maar als je het leuk vindt, bevrijd me dan; maar doe dan uw wil. Ik wil mijn plicht doen, omdat ik U erken als mijn God. Mijn God, ik verdien erger, ik verdien erger...
Veracht mij niet zo erg, O Jezus; veracht mij niet;. je zult zien dat ik met jouw hulp alles kan doen. Ik doe wat ik kan van mijn kant, maar uw almachtige hulp is nodig...
Het is waar, het is waar dat ik deze grote pijnen lijd; maar laat je me niet vele dagen met rust?… Dan nemen ze me terug; maar je hebt je hele leven geleden, alle momenten; niet alleen op alle uren, maar op alle momenten… en ik?…
Al het lijden, de vernederingen, het hoesten, allemaal ten gunste van de zielen in het vagevuur, die zoveel lijden. En jullie, die de geliefde echtgenoten zijn van het goddelijke Lam, bid voor mij, die altijd in gevaar verkeer.
Ik heb veel genaden die ik van je wil vragen, goede Jezus… Ze zijn verdeeld: de helft aan jou en de andere helft aan mijn hemelse Mama. Wacht, mijn Jezus, terwijl ik ze tel...
In alles onderwerp ik mij aan uw wil; maar dan in de laatste… je moet die koste wat het kost doen, en snel en snel. Weet je niet dat ik het bevel heb van de Belijder om snel een heilige te worden, en snel snel? En wat als u het niet doet?... Wat als ik mezelf in een beetje zonde bevind?... Bezit ik uw genade?... Of hoor je niet, Jezus, dat ik tegen je praat? hoor je niet wat ik je zeg?… Of kom je eens een kijkje nemen in mijn interieur? Aan de buitenkant kan het me niet eens schelen, maar aan de binnenkant, aan de binnenkant!… Kom, kom; dan zorg ik voor de rest... Was ik er maar een beetje zeker van dat ik in uw genade was, o Heer!... Wanneer zal ik kunnen zeggen: ik behoor volledig toe aan mijn God?... Wanneer zal ik in staat zijn om , Oh Jezus?…
Extase 138
In een moment van vrede en zoetheid dankt en zegent ze de Heer, maar is bereid verstoken te blijven van alle genoegens en troost om de wil van God te doen (vgl. P. GERM. N. XII).
[Donderdag] 20 november [1902], ongeveer 8 uur
… Waar laat U mij achter, O Jezus? Alleen in deze wereld die ik een donker land zou kunnen noemen?
Ik dank U, O Jezus, die mij deze zoetheden heeft laten ervaren; maar ook klaar om voor altijd zonder te blijven.
Ik heb het niet alleen hierover, O Jezus, maar over alle smaken en bevredigingen die ik in deze tijd van mijn leven kan hebben.
Mijn God! Mijn Jezus!... Zou ik niet blij moeten zijn dat je mij sloeg met de roede van je eigen kinderen? En nee, ik ben niet blij.
Ik dank U, o Heer, voor deze momenten van vrede, en ik dank U, maar ik ben bereid ze op te geven als u dat wilt. Ik zou u op deze momenten graag willen prijzen en u waardig prijzen; maar wat is dat wezen dat je waardig kan prijzen?... Er is een zuivere geest voor nodig, maar waar is dat wezen dat puur is verwekt?... Ik laat het over aan de engelen en aan alle geesten van de hemel [die] in duizenden en duizenden van lof u geven. Welnu, voor al deze momenten van vrede die u mij geeft, mogen de engelen en heiligen u voor mij prijzen.
Mijn meest waardige, meest wijze God… ik wil u prijzen, van u houden, u verheerlijken ondanks onze vijand en in de glorie van uw oneindige majesteit.
Mijn Jezus!... Vertel me, oh mijn God, voordat je me verlaat, wat is het mooiste sieraad dat mij je dochter waardig kan maken?
Extase 139
Hij smeekt goddelijke hulp om de duivel te verslaan (vgl. P. GERM. n. XIII).
Zaterdag 29 november 1902, 8½ uur.
O mijn God, help mij! Laat die lelijke vijand niet meer toe. Of, als je hem wilt toestaan, geef mij dan wat meer kracht, want anders...
Extase 140
Bid tot de Allerheiligste Maria om haar goed en kuis te maken (vgl. R. GERM. n. III).
Zaterdag 3 januari 1903, rond 6 uur.
Mama, mijn mama, maak mij goed; Mama, mama mia, maak mij kuis. Dit is wat ik zo graag wil en zo hard nodig heb...
Extase 141
Wat het leven geeft, is de gedachte Jezus te ontvangen in de Heilige Communie. Vraag om volharding en een goede dood om Jezus voor eeuwig te bezitten (vgl. P. GERM. nn. XIX en XXXIII).
Maandag 12 januari 1903, 6¼ uur ['s avonds].
Eerst wil ik u in mijn hart hebben, o Jezus, en van u houden; om je dan te zien en je voor altijd te bezitten. Oneindige God… hoe kun je mij zo’n milde genade tonen? Weet je wat mij leven geeft?… De gedachte jou in de SS te ontvangen. Gemeenschap.
Ik zou je graag willen ontvangen, ik zou je graag willen zien... nee: ik zou je voor altijd willen bezitten... ik zou graag, o mijn God, hartelijk dank willen... ik zou graag je liefde willen.
Je vraagt me om liefde, en ik kan het je niet geven als je het mij niet geeft. Ik zou graag, O Jezus, een beetje doorzettingsvermogen willen; Ik zou graag een goede dood willen, en dan... de hemel. Dat is het voor mij.
Maar wat is het dat ik voel?… Ik kan, mijn ware God, mezelf niet overgeven aan deze zoetheid. Wat is dit, mijn God, wat ik voel?…