Kies uw taal EoF

De werken van barmhartigheid

Barmhartigheid als antwoord op Gods liefde

In afwachting van de start van FARE SPAZIO, de conventie van Spazio Spadoni Sicilia, dat van 15 tot 17 september in Noto wordt gehouden, bieden wij een waardevol inzicht in de Werken van Barmhartigheid door Bijbelgeleerde Carlo Miglietta.

God is Barmhartigheid

Werken van barmhartigheid, lichamelijk en geestelijk, vormen de kern van het leven van de gelovige. In feite komt barmhartigheid niet alleen voort uit een gevoel van mededogen jegens mensen in nood of uit een ethische verplichting van solidariteit, maar het is juist de liefde van God die ons vervult en ons doet overstromen naar anderen, omdat God Barmhartigheid is. Sterker nog: “barmhartigheid is in bijbelse zin veel meer dan een aspect van Gods liefde. Barmhartigheid is als het wezen van God. Drie keer vóór Mozes spreekt God zijn naam uit. De eerste keer zegt hij: “Ik ben wie ik ben” (Ex 3:14). De tweede keer: 'Ik zal genade geven aan wie ik genade wil geven, en ik zal barmhartig zijn over wie ik barmhartig wil zijn'” (Ex 33:19). Het ritme van de zin is hetzelfde, maar genade en barmhartigheid nemen de plaats van het zijn in. Voor God betekent zijn wat hij is genade en barmhartigheid doen. Dit bevestigt de derde verkondiging van Gods naam: 'De Heer, God, barmhartig en genadig, langzaam tot toorn en overvloedig in genade en trouw' (Ex 34)” (Gemeenschap van Taizé). Paus Franciscus bevestigt: “Barmhartigheid is in de Heilige Schrift het sleutelwoord om Gods handelen jegens ons aan te duiden. Hij bevestigt zijn liefde niet alleen, maar maakt deze zichtbaar en tastbaar. Liefde daarentegen kan nooit een abstract woord zijn. Het is van nature een concreet leven: intenties, houdingen en gedragingen die voorkomen in het dagelijks handelen.”

“Barmhartig als de Vader” (Lc 6:36)

Als Gods barmhartigheid dus aan al onze barmhartigheid voorafgaat, zijn werken van barmhartigheid echter onze manier om op Gods barmhartigheid te reageren. “Barmhartigheid is niet alleen de handeling van de Vader, maar wordt het criterium om te begrijpen wie zijn ware kinderen zijn. Kortom: wij zijn geroepen om uit barmhartigheid te leven, omdat wij de eersten waren die barmhartigheid ontvingen” (Paus Franciscus).

Daarom moeten wij, vervuld met Gods barmhartigheid, barmhartigheid uitstorten over onze naaste. In haar wijsheid heeft de Kerk altijd concreetheid gegeven aan het gebod om barmhartig te zijn. De Catechismus van de Christelijke Leer van Pius X somde al zeven werken van lichamelijke barmhartigheid op, waarvan er zes uit Mattheüs hoofdstuk 25 kwamen (Mt 25:35-36). In feite wilde de Heer Zich identificeren met de hongerigen, de dorstigen, de vreemdelingen, de naakten, de zieken, de gevangenen: “Zo vaak als je het een van de minste van deze broeders van mij hebt aangedaan, deed je het ook voor mij…; zo vaak als je het niet hebt gedaan voor een van de minste van deze broeders van mij, heb je het mij niet aangedaan” (Mt 25-31); “Want hij die zijn broeder die hij heeft gezien niet liefheeft, kan God niet liefhebben die hij niet heeft gezien. Dit is het gebod dat wij van Hem hebben: wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben” (46 Joh 1:4-20).

Paus Franciscus spoort ons aan: “Het is mijn vurige wens dat het christelijke volk nadenkt… over de lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid. Het zal een manier zijn om ons geweten, dat vaak slaperig is door het drama van de armoede, wakker te schudden en om steeds meer door te dringen tot het hart van het Evangelie, waar de armen de bevoorrechten zijn van de goddelijke barmhartigheid. De prediking van Jezus presenteert ons deze werken van barmhartigheid, zodat we kunnen begrijpen of we al dan niet leven als zijn discipelen... We kunnen niet ontsnappen aan de woorden van de Heer: en daardoor zullen we geoordeeld worden... In elk van deze 'kleintjes' ' Christus zelf is aanwezig. Zijn vlees wordt weer zichtbaar als een gehavend, gegeseld, gegeseld, ondervoed, vluchtend lichaam…, dat door ons moet worden herkend, aangeraakt en verzorgd.”

“Zalig zijn de barmhartigen” (Mt 5:7)

En wie barmhartig is, zal gelukkig zijn. Jezus kondigt een ware zaligspreking van barmhartigheid aan: “Zalig (makàrioi) zijn de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid vinden” (Mt 5). Makàrios is afgeleid van makàr, een oude term die goddelijk geluk aanduidt, de toestand van God zelf: maar ten tijde van de Evangeliën is het de enige beschikbare term om een ​​'gelukkige' man in de breedste zin van het woord aan te duiden. “Aan de barmhartigen belooft Jezus niets meer dan wat ze al ervaren: barmhartigheid… Wat kan God nog meer geven aan de barmhartigen? Barmhartigheid is de volheid van God en van de mens. De barmhartigen leven al door het leven van God… Barmhartigheid is de zuiverste weerspiegeling van God in een menselijk leven. “Door barmhartigheid tegenover je naaste lijk je op God” (Basilius de Grote). Barmhartigheid is de menselijkheid van God. Het is ook de goddelijke toekomst van de mens” (Gemeenschap van Taizé).

bron

Spazio Spadoni

Andere klanten bestelden ook: