Kies uw taal EoF

Extase van St. Gemma: 106-110

De extase van St. Gemma, een krachtig getuigenis van geloof

Extase 106

Beschrijft het geluk van het paradijs; hij bidt tot de engelen om de deuren voor hem te openen (vgl. P. GERM. n. XXVI).

Donderdag 3 juli 1902, 11 uur.

Of wie ben ik om elk moment op deze manier met mijn Jezus te praten?... Oh hemel, oh hemel, laat me aan je denken!... Als ik daarboven ben, zal ik tenminste niet langer lijden, ik zal niet langer de pijn lijden en pijn van hier beneden. O paradijs! in jou zal er geen nacht meer zijn, noch duisternis, noch veranderingen van dingen, noch van tijd... O Paradijs! in jou zal er geen van beide meer zijn... Maar de God van God, het licht van het licht, de zon van de gerechtigheid, die jou verlicht; zijn onbevlekte hart zal het hart zijn dat je de helderheid van de zon zal geven… want troost is juist het aanschouwen van God, de Koning der koningen die zich midden in het Paradijs bevindt. Oh goed!…
Wat een troost, mijn ziel, omringd te zijn door engelen, door zijn favorieten! De verdiensten van iedereen zijn niet gelijk, maar vreugde is voor iedereen uniek. O mijn ziel!... O Paradijs!... je zult zien, als ik bij je ben, zal ik tevreden zijn, ik zal niet langer nodig hebben...
O God... laat mij mij onderdompelen in de liefdadigheid van uw liefde... O Paradijs!... Maar zal ik waardig worden gemaakt om uw heilige muren te zien?... Zal ik waardig worden gemaakt om uw fundamenten te zien? om uw inwoners, uw Koning, te zien?…. Ik beveel mezelf bij jullie aan, heilige engelen; voor jou, mijn Engel: open de deur voor mij... laat me binnen...

Extase 107

Ze bidt tot de hemelse Moeder om haar bij te staan, haar hart terug te geven aan Jezus en haar mee te nemen naar het paradijs (vgl. P. GERM. N. II).

Vrijdag 4 juli 1902.

… Aanbad Jezus, ongeschapen Woord!… O Moeder, O Moeder! als je een meelevende moeder voor mij bent, of waarom zou je deze dochter, die zoveel van je houdt, in de steek laten? Wie zal zonder jou mijn gebeden horen? wie zal mijn wensen vervullen? Zonder jou ben ik als een zondaar... als een arme man zonder enige hulp. Mijn moeder, waarom verlaat ik mij? Leid mij ook naar de hemel. O Moeder, mijn Moeder, jij bent een zuivere bloem, die ontspruit als een witte lelie. Koningin van de hemel... jij die het meest nobele deel van hun liefde van de schepselen wegneemt, jij hebt het ook van mij afgenomen, en nu geef je het niet langer aan mij, nu het onder jouw omhelzingen niet langer aards is, maar volledig hemels . Geef het terug aan mij! Eh! Mijn mama, je wilt het niet aan mij teruggeven, omdat je jaloers bent dat ik het aan mijn Liefde teruggeef. Geef het dan zelf aan mijn Jezus.
Ja, Jezus houdt zoveel van mij, omdat elke ademtocht van mij Hem toebehoort, elk verlangen van mij Hem toebehoort, elke genegenheid van mij Hem toebehoort.
Voor. om mij te verlaten, weet je, mijn mama, neem mij mee naar de hemel...

Extase 108

Bij de gedachte aan het paradijs is hij opgewonden om van het kruis te houden. Ze hongert naar het brood des levens. Ze vraagt ​​Jezus om zijn ziel te kruisigen of te laten sterven (vgl. P. GERM. N. XVII).

Zaterdag 5 juli 1902.

Waarom zo bedroefd, mijn ziel?... Je beledigt je Liefde als je het kruis niet met genialiteit omarmt. U geeft niets om de hemel als u uw gedachten niet naar Golgotha ​​stuurt. Treur niet, mijn ziel: van eeuwigheid ben je met Jezus getrouwd, samen met zijn pijnen, en ben je verplicht gekruisigd te leven.
O Jezus, O Jezus, Jezus, mijn goede!... Ik heb honger naar uw levensbrood, ik heb dorst naar uw sacramentele bloed.
Weet je, mijn ziel, waarom ik wil dat je het kruis omhelst?… Want als de roede van het kruis je niet een beetje neerslaat, ben je in gevaar.
O Jezus... ik weet dat het kruis je dierbaar is, en op het kruis heb je al je tederheid, je genegenheden geplaatst... Toch is je liefde niet jaloers omdat je het mij ontzegt, omdat ik je erom vraag... Kruisig mijn ziel , of laat mij sterven. Mijn Jezus… mijn geliefden, hoeveel houd ik van jullie!
En ik begrijp je, ik begrijp je, mijn Jezus, ik begreep je goed vanmorgen... Mijn God, ik hou van je, ik hou van je... Mijn genegenheid, schreeuw; Mijn zintuigen. allen roepen uit: Wie is zoals U, mijn God? Wie van de goden is zoals jij? .

Extase 109

Gesprek met Moeder Giuseppa, Passionist, om zichzelf aan te bevelen in haar gebeden (vgl. P. GERM. N. XXXII).

Zaterdag 12 juli 1902, 8½ uur.

Heilige ziel, help mij; Mijn moeder, kom mij te hulp... Moeder Giuseppa, heilige ziel, ik heb je nodig. Uitverkoren ziel, die geniet van het mooiste deel met Jezus, als bruid van zijn hart: jij hebt hem tot jouw vreugde gemaakt... Ik wend mij vanmorgen in het bijzonder tot jou: zeg voor mij een paar gebeden tot Jezus.
Gebruik, heilige ziel, een klein deel van je grote hartstocht om van mijn ongelukkige en behoeftige ziel die vergeving te verkrijgen die ik nooit heb kunnen verdienen...
Meer, meer... Ik wil meer. Bemiddel, heilige ziel, die openhartige genegenheid van jou met Jezus voor mij, want daarmee ontzegt Hij jou niets...
Nogmaals, nogmaals... Pas toe, heilige ziel, de waarde van die [jouw] liefdadigheid, want daarmee is alles voor jou mogelijk bij Jezus...
Zie je, lieve ziel, hoeveel ik van je wil? Als je het niet voor mij wilt doen, doe het dan uit eerbied voor die God, het enige voorwerp van al je zorg... Moeder Giuseppa, vertel me, wil je het doen? Ja het is waar?
Maar wat ga je doen als ik obstakels plaats? Ik heb mijn geest misvormd, een levend beeld van de ongeschapen schoonheden van Jezus. Genadevolle Jezus!…

Extase 110

Verward door de vele genaden waarmee Jezus haar vervult, vraagt ​​ze om goddelijke hulp om hierop te reageren en met een betere gezindheid de Eucharistische Tafel te benaderen. Met Jezus voelt ze zich gelukkig, ze zoekt alleen zijn vriendschap en zijn glorie (vgl. P. GERM. N. XXV).

Woensdag 6 augustus 1902, 9 uur. over.

Lieve Jezus, paradijs van naastenliefde, wonder van liefde! Ik zie mezelf in de war door zoveel genaden, o Heer, en als U mij niet helpt, zal ik steeds onwetender worden; in de overvloed van zoveel voordelen zal ik steeds slechter worden...
Wat zou ik leuk vinden? Ik zou graag willen, o Heer, dat u mij helpt... ja, ik zou niet graag komen om u zo slecht gezind te ontvangen. Maak mij het waardig: op zijn minst een beetje meer verdienend...
Waarmee, O Jezus?... Met de oneindige verdienste van uw kostbaarste bloed.
Vertel mij, o Jezus: vindt u het prettig om bij mij te zijn? Ik vind er werkelijk alles. Hoe meer ik aan je denk, hoe meer ik je herken als lief en lief.
Eh, lieve Jezus, wat verwacht je van mij, wat verwacht je?…
Ik hou van je omdat je mijn weldoener bent, mijn schepper, mijn beschermer… Jij bent de consument, de waarzegster van mijn ziel…. En omdat jij de echtgenoot van mijn ziel bent... zoek ik altijd naar jou, ik zoek naar jouw genegenheid, jouw vriendschap, jouw glorie... Als jij mij helpt, zal ik nooit falen, omdat...

Luister naar de Ecstasies of St. Gemma Podcast

Andere klanten bestelden ook: