Gebed in de goddelijke wil
De spirituele reis van de mens van het Oude Testament naar het Onze Vader van Jezus; en de openbaringen van het “Boek van de Hemel”
Eén gebed
Omdat de mens God heeft gezocht, hebben we zoveel stukken van grote gemeenschap, bijvoorbeeld: De Psalmen, de Profeten die ons de leer van het Woord geven. Dit was in het Oude Testament.
Toen Jezus Christus naar de aarde kwam, hadden we één gebed: het Onze Vader. Daarin zijn al onze goede dingen opgenomen, waaronder de zekere belofte van het Koninkrijk van God, ook op aarde.
Om het ons beter te laten begrijpen, vertelde Jezus ons in het Evangelie in Mattheüs 6:31-33: “Wees daarom niet ongerust en zeg niet: Wat zullen wij eten? Wat zullen wij drinken? Waarmee zullen wij ons kleden? Deze dingen maken de heidenen bezorgd; want uw hemelse Vader weet dat u ze nodig hebt. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u bovendien gegeven worden.”
Ook in het Evangelie (Johannes 15:5) vertelt hij ons: “Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken. Wie in Mij blijft en Ik in hem, draagt veel vrucht, want zonder Mij kun je niets doen.” Dus zonder Jezus bereiken we niets en kunnen we niets doen, zelfs niet ademen!
Door de eeuwen heen zijn er veel gebeden ontstaan om nu dit, dan dat te vragen. Ik kan denken aan de Gebeden van St. Bridget, De Kroon van Maria's Tranen, de Heilige Rozenkrans, de Chaplet van Goddelijke Genade, allemaal heel mooi en vruchtdragend, maar we zijn enigszins vergeten te bidden om de komst van het Koninkrijk van God, de voorbode van alle goede dingen.
Nu, met deze nieuwe openbaringen van Jezus' liefde uit de delen van het "Boek van de Hemel", hebben we ons gerealiseerd dat we alleen volledig kunnen leven en alles kunnen bereiken als we één zijn met Jezus en Maria, en dat we krachtig oproepen tot de komst van het Koninkrijk van God om orde te scheppen in een wereld vol chaos, oorlogen en milieurampen.
In een van de prachtige ejaculatoire gebeden in het boek “De Maagd Maria in het Koninkrijk van de Goddelijke Wil” vraagt men: “Heilige Moeder, kom in mijn ziel en geef mij het wonder van bezetenheid door de Goddelijke Wil.”
Om de Goddelijke Wil binnen te gaan, is de daad van versmelting vereist: “Jezus, smelt in mij en ik smelt in jou, Jezus, laat ons alles samen doen…”; “Daarom wil ik jullie allemaal vandaag, altijd samen met mij in gebed, in werk, in vreugde en verdriet, in voedsel, in stappen, in slaap, in alles; en ik ben er zeker van dat ik, omdat ik niets uit mezelf kan doen, alles met jou zal verkrijgen” (Boek van de Hemel – Deel 11 hfdst. 2).
Maar hoe wonderbaarlijk is het om altijd verenigd te zijn, zoals we in het begin waren toen we geschapen werden en de volheid van het Leven hadden.
De kennis daarvan zal hoop in harten werpen
In de Catechismus van de Katholieke Kerk, hoofdstuk één, Numeri 374-376, lezen we hoe de mens volledig in de genade van God was, in een grote intimiteit met de Heer, zozeer zelfs dat hij vrij was van dood en pijn…
Om deze intimiteit volledig te herstellen, moeten we als eerste ding lezen en weten. Jezus zegt: "Mijn dochter, het belangrijkste middel om Mijn Goddelijke Fiat op aarde te laten regeren, is de kennis ervan. De kennis zal de wegen vormen, zal de aarde inrichten om haar Koninkrijk te zijn, zal de steden vormen, zal dienen als telegrafen, als telefoons, als postkantoren, als trompetters, om te communiceren tussen stad en stad, tussen schepsel en schepsel, tussen natie en natie, het nieuws, de belangrijke kennis over mijn Goddelijke Wil; en de kennis ervan zal in harten de hoop werpen, het verlangen om zoveel goeds te ontvangen. Hieraan kan men niet ontsnappen: een goed kan niet worden begeerd of ontvangen tenzij men het kent, en als men het ontvangt zonder het te weten, is het alsof men het niet heeft ontvangen." (Boek van de Hemel - Volume 26, 7 augustus 1929).
Dus, alles is heel duidelijk. Laten we lezen en mediteren over: “De 24 uur van het lijden van onze Heer Jezus Christus,” “De Maagd Maria in het Koninkrijk van de Goddelijke Wil,” en de zesendertig delen van het “Boek van de Hemel,” allemaal geschreven door Luisa Piccarreta die de wil van Jezus en onze Hemelse Moeder op papier zette. En we roepen in onszelf, in elke daad, Jezus en Maria op om alles samen te doen en te leven met één wil.
Ik ben het wachten op jou al zat
Maar laat Jezus spreken: “Mijn kinderen, mijn kinderen, waar zijn jullie? Waarom komen jullie niet tot jullie Vader? Waarom gaan jullie ver van Mij weg, dwalend, arm, vol van alle ellende? Jullie kwalen zijn wonden aan Mijn Hart; Ik ben het al moe om op jullie te wachten, en aangezien jullie niet komen, niet langer in staat om Mijn liefde te bevatten die Mij brandt, kom Ik jullie zoeken en breng jullie het grote geschenk van Mijn Wil. Deh, Ik smeek jullie, Ik smeek jullie Luister naar Mij, beweeg Mij tot mededogen voor Mijn tranen, Mijn brandende zuchten. (BEROEP VAN DE GODDELIJKE KONING IN HET KONINKRIJK VAN ZIJN WIL, Deel 1, Boek van de Hemel, Gamba-editie).
Laten we, na deze ontroerende woorden van de Goddelijke Koning, een serieuze verbintenis aangaan om het Koninkrijk van God op aarde te bespoedigen en terug te keren naar de goddelijke intimiteit die zij hadden aan het begin van de schepping als Adam en Eva.
(Riccardo Rossi, zoontje van Palermo – Adveniat Regnum Tuum)